De manier waarop doet ertoe!

Op 28 augustus 1963 hield Martin Luther King in Washington zijn beroemde rede ‘I have a dream’ tijdens de mars van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. De mars was bedoeld om de weg vrij te maken voor meer gelijkheid, vrijheid en arbeidsplaatsen voor de Afro-Amerikaanse Amerikanen. Hij trok ten strijde om de belofte uit de verklaring van de rechten van de mens uit de Amerikaanse grondwet waargemaakt te krijgen. Die belofte was niet nagekomen en je kunt jezelf op de dag van vandaag afvragen in hoeverre die belofte nu wel is nagekomen.

Ik zit in 1999 op een warme zomernamiddag op het strand van Bloemendaal en lees zijn rede voor de zoveelste keer weer aandachtig vol bewondering door. Mijn dochter zit in de branding en bouwt één van haar geliefde druipzandkastelen waardoor ik nu al zeker weet dat zij straks een spoor van zand zal trekken door het huis. Ik lees:

“Ik heb een droom dat op een dag de staat Alabama, waar de mond van de gouverneur op dit ogenblik vol is van woorden als interventie en nietigverklaring, omgevormd zal worden in een plaats waar kleine zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met kleine blanke jongens en blanke meisjes en samen kunnen lopen als broeders en zusters”

Ik kijk op en zie mijn dochter zitten, de ondergaande zon maakt van haar lange blonde haren een halo om haar hoofd. Ik ben een Surinaamse moeder en ik heb een blanke blonde dochter gekregen, een bere-pikin zoals men in Suriname zegt. Eentje die uit jouw eigen buik is geboren. Dit om het verschil aan te geven met andere kinderen die je ook als de jouwe mag beschouwen maar die je niet zelf hebt gebaard. Ik heb een dochter die ik moest insmeren in de zon en die zulk glad haar heeft dat het lastig vlechten was. Martin Luther King was niet gek. Ik vermoed dat hij wel wist dat we op een dag niet alleen hand in hand zouden lopen maar ook familie van elkaar zouden zijn. Zeer naaste familie omdat veranderingen zich organisch voltrekken met een kracht waar wij met onze wil en verzet niet tegen op kunnen. Als hij dat op dat moment zou hebben gezegd dan was het olie op het vuur geweest. Je moet soms wel voorzichtig zijn met de boodschap die je afgeeft.

Martin Luther King zette zich in voor verandering en Mahatma Gandhi’s theorie van geweldloosheid beschouwde hij als zijn strijdmotto: niet door haat en geweld, maar door liefde en vreedzame samenwerking wilde hij tot het geweten van de machthebbers spreken. Hij herinnerde hen nadrukkelijk aan de Amerikaanse Grondwet waarin staat dat iedereen bij geboorte gelijk is en daarom gelijke rechten heeft. Hij leefde in een tijd van de Klu Klux Klan, openbare rassendiscriminatie en bomaanslagen op zijn gezin en huis. Wij leven nu in een andere tijd en om met Kahlil Gibran te spreken: “We leven in onze eigen tijd en nooit zelfs niet in onze stoutste dromen zullen wij leven in de tijd van onze kinderen.” Mijn blonde dochter leeft in een heel andere tijd.

Veranderingen voltrekken zich organisch, langzaam maar zeker, gestaag en onontkoombaar. Als je God’s water over God’s akker laat lopen dan weet ik zeker dat over 30 jaar raden van toezicht in Nederland divers zijn van samenstelling.

“Waar zetten wij ons dan in essentie voor in?” is de vraag waar wij, de vier leden van de werkgroep “Diversiteit” van de NVTZ ons over buigen.

Onze antwoorden;

“We gaan geen dertig jaar wachten”

“Er zijn nu jongeren en mensen met een migratieachtergrond die ambities hebben om toezicht te houden. Er zijn old boys die we moeten koesteren, vrouwen van alle leeftijden en mensen met een fysieke beperking die willen en kunnen bijdragen, we willen toch echt alle hens aan dek”

“In de grote steden heeft de helft en soms meer dan de helft van de inwoners een migratieachtergrond, we lopen met onze raden van toezicht nu al achter de feiten aan. (trends in Nederland, CBS 2017)”

“De Governance code staat bol van maatschappelijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke doelstellingen. Als raad van toezicht bouw je aan een betere maatschappij, aan een betere samenleving. Die samenleving is divers en in het licht van de Governance code zou je dus juist voorop moeten lopen”

“Diversiteit is ‘verrijkend’, je kijkt vanuit meerdere perspectieven, je beschikt over meerdere netwerken, informatiebronnen, andere waarden, je importeert de verandering die zich in de samenleving voltrekt in jouw raad van toezicht”

“Diversiteit nodigt uit tot nieuwsgierigheid en tot doorvragen. Het vanzelfsprekende, het gangbare, het ‘zo doen wij dat altijd’ wordt doorbroken. Het vraagt om beter luisteren, beter overwegen, anders insteken, herijken”

“Onderzoek heeft aangetoond dat groepen die divers van samenstelling zijn tot betere besluitvorming en betere resultaten komen (Samuel R. Somers, Tuft University).”

Uiteraard is het ook zaak om te overwegen waarom je je er niet voor zou inzetten. Het gesprek waarbij deze argumenten over tafel gaan is enerzijds hilarisch en anderzijds deprimerend. Dan gaat het over angst voor veranderingen die zich al voltrekken, verlies van schijnzekerheden en schijnveiligheid, verzet tegen het onbekende, over ‘freeze en flight’ impulsen in een dialoog die niet meer van deze tijd is. Een deprimerende dialoog die uitsluitend serieus gevoerd kan worden wanneer je een slechte dag hebt of een reeks slechte dagen aaneen. Dan verheerlijken we dat vroeger alles beter was, jongeren naar ouderen luisterden en buitenlanders in het buitenland woonden.

Mijn dochter is nu 21. Ze is in Nederland geboren en al acht keer in Suriname geweest, één keer omdat ik haar kennis wilde laten maken met het andere deel van haar roots en zeven keer omdat zij heimwee had. Ze wisselt moeiteloos van perspectief en afkomst. Wanneer wij op Schiphol zijn en het gedoe en het gehannes aanschouwt met overvracht, handbagage en inchecken van de ‘Surinamers’ dan wordt ze opeens Nederlander en vraagt zich af ‘waarom ze altijd zoveel meenemen en waarom ze zich zo slecht voorbereiden op hun reis’.

Wanneer we landen in Suriname en de ‘Nederlanders’ zich puffend en mopperend over de trage van gang van zaken opwinden dan vraagt ze zich af “waarom zij zich nooit kunnen ontspannen en altijd zo gestresst zijn”.Ze looft de belastingen die ‘we’ in Nederland betalen waardoor het openbaar vervoer en de wegen zo fantastisch op orde zijn. Ze heeft, denk ik, een schijntje meebetaald vanwege bijbaantjes. Ze looft de verbondenheid van de familie in Suriname en is bij dat ‘we’ zoveel voor elkaar over hebben en dat ‘we’ zo goed voor onze ouderen zorgen en dat ‘we’ zo respectvol met ze omgaan. Ze krijgt altijd tranen in haar ogen bij die ene overgroottante van haar die nu dementerend is en door alle familieleden tegemoet getreden wordt met de eer die zij vanwege haar positie in de familie heeft. Het is familietraditie dat bij binnenkomst op het feestje je eerst naar haar gaat om te begroeten alvorens de rest te begroeten. Waait mijn dochter met alle winden mee? Eet ze van verschillende walletjes? Zo kun je het zien. Het valt mij wel op dat er een zekere mate van selectiviteit is in haar wij/zij redeneringen. Dat wat haar aanspreekt, wat voor haar van waarde is voelt blijkbaar als een waarde van haarzelf en dan maakt het haar niet uit of het Nederlands of Surinaams is.

In de bijlage van de Volkskrant van afgelopen zaterdag 26 mei lees ik een artikel over het boek: “Dingen gedaan krijgen” van de neurowetenschapper Tali Sharot. De naam klinkt mij niet zuiver Brits in de oren, maar dit terzijde. Tali Sharot heeft zich gespecialiseerd in de wijze waarop onze meningsvorming tot stand komt en daarbij maakt ze gebruik van inzichten uit de psychologie, gedrags- en hersenwetenschappen. Ze bestudeert wat er in ons brein gebeurt bij informatie die ons aanspreekt en informatie die ons niet aanstaat. Met behulp van de MRI heeft ze ontdekt dat de hersengebieden die betrokken zijn bij het inlevingsvermogen minder activiteit vertonen wanneer er informatie binnenkomt die niet strookt met onze overtuiging. Positief geformuleerd en vrij vertaald lees ik dat bij meningsvorming wat ons scheidt minder effect heeft dan wat ons bindt. We willen onze mening bevestigd zien, we willen positief beloond worden en we staan open voor nieuwe veelbelovende positieve perspectieven. We worden beïnvloed door de emotie van de boodschap en door de emoties die de boodschapper oproept. Ik begrijp nu nog beter waarom de boodschap van Martin Luther King zo aansloeg, we hebben allemaal kinderen. Sommigen hebben meer kinderen dan anderen zoals Surinaamse vrouwen die bere pikins en andere kinderen hebben. Grappige waarde: in de familie zijn alle kinderen onze kinderen en bemoeien we (Surinamers bemoeien sowieso meer met elkaar dan anderen) en we willen allemaal dat zij in een betere wereld opgroeien. Hand in hand hecht beter in het brein dan eenzaam en alleen. Dat het beter kan worden geeft meer activiteit in het brein dan dat het moeilijk of vervelend gaat worden. Het brein gaat zelfs op slot bij onheilstijdingen, we kijken dan niet verder dan onze neus lang is. Ik denk aan de manier waarop de zwarte Pieten discussie in de media wordt gevoerd en mijn hart krimpt, waarschijnlijk mijn brein ook als ik Tali Sharot mag geloven. Niemand wil dat zijn feestje wordt verpest en niemand wil dat zijn kind wordt buitengesloten. Dat bindt ons. Ik denk aan het ‘strijdmotto’ van Gandhi, niet door haat en geweld maar door liefdevolle en vreedzame samenwerking bereik je meer. Ik denk aan de parabel van de Indiaanse grootvader: in ons schuilen twee wolven, de een is angstig, bang voor verlies, zoekt het conflict op en moet altijd vechten omdat hij bang is iets tekort te komen of iets te verliezen. De ander is gericht op erbij horen, samenwerken, samen delen, hij wil vriendschap, liefde, de handen in elkaar slaan en samen optrekken. De wolf die je het meeste voedt die wint de innerlijke strijd.

We schuwen vanuit de werkgroep Diversiteit de innerlijke strijd niet en we willen geen quota’s en geen subsidies. Dat klinkt voor ons naar patriarchie, zieligheid en ongelijkwaardigheid. Waar streven we wel naar? Veranderingen kunnen zich goedschiks en kwaadschiks voltrekken. We zetten in op goedschiks. Veranderingen kunnen vertraagd of versneld worden. We zetten in op versneld. En veranderingen gaan makkelijker wanneer we inzetten op dat wat ons bindt. Wat van waarde is bindt en verenigt. De raden van toezicht worden diverser van samenstelling. We zijn op zoek naar raden van toezicht die er bewust voor kiezen om beter te worden door een jongere, iemand met een fysieke beperking of iemand met een kleurrijke achtergrond op te nemen in hun midden. We willen van hen horen wat hun ervaringen zijn en we willen positieve boodschappen verder brengen. Wat wij willen voeden is gericht op het ontdekken welke waarden de multiculturele samenleving in zich draagt en wat in die waarden ons bindt. We zijn om in de taal van mijn dochter te spreken ‘de amplifier’ van een verandering die al gaande is. En de kunst is nu om zuiver en positief te verwoorden welke waarden ons verbinden en welke waarden wij moeiteloos kunnen overnemen omdat het ons aanspreekt. Wordt vervolgd.

Namens Werkgroep diversiteit: Abdelilah El Barzouhi, Roberto Mangre en Frank Seine

Door Monica Haimé

Bekijk ook

Multicultureel samensterven

Mohamed Benzakour (1974) heeft een jaar lang zijn verlamde moeder in een verpleeghuis begeleid en schreef hier een boek over. Het bekroonde boek 'Yemma - stilleven van een Marokkaanse moeder', laat zien dat de Nederlandse zorg nog niet is ingericht op de grote groep migranten van de eerste generatie.

Door een daadwerkelijke ontmoeting, kom je echt in beweging

Over omgaan met andere culturen en hoe je diversiteit een plek kunt geven in de samenleving

Diversiteit: ‘hype’ of ‘goudmijn’?

Binnen de maatschappij en zeker binnen de NVTZ is diversiteit op dit moment een hot topic. Toen ik binnen de...